Nu ik dichter bij de hemel woon, blijft het leed van
de kleine dieren mij bespaard en is de
angst voor botsende wolken, knetterend vuur en
kilometerslange geluidsprikkels minder.
Er komen geen kleine, bont gekleurde vogeltjes
om die bovenop de kevers en wormen
met hun pootjes in de lucht steken omdat zij zich
vergisten in mijn blinkende spiegel, er
sluipen geen kroelende monsters die het werk af
maken, er piepen geen muisjes in de
mollengangen en vlinders rusten nergens. Ik leef
tussen de grote vogels en in de toppen van
de bomen, spring van dak op dak, buig met de sterren,
moet alleen nog leren hoe te vallen.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x